Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

persoonlijkheid

betekenis & definitie

v. (-heden),

1. datgene wat iemand karakteriseert: de van de onderwijzer is van grote invloed op de opvoeding van zijn leerlingen;
2. ieder wezen dat een eigen, persoonlijk karakter heeft: arbeid is een levensuiting van een vrije -;
3. iemand met een zeer persoonlijk karakter, iemand wiens persoon op de voorgrond treedt. In de psychologie wordt de persoonlijkheid vaak gedefinieerd als: de voor een individu kenmerkende, relatief stabiele gedrags-en belevingsstructuren. Belangrijk voor de vorming van de persoonlijkheid zijn o.a. de biologische structuur (aanleg, constitutie), de geaardheid van de groep waartoe men behoort (milieu), de rol die men daarin te spelen krijgt. Men spreekt zo van een dynamische of van een autoritaire persoonlijkheid, in pathologische zin o.a. van een gestoorde, starre, gespleten, onaangepaste persoonlijkheid, persoonlijkheidstheorie.

Met weinig succes heeft men onderzoek gedaan naar psycho-fysiologische correlaten van persoonlijkheidsverschillen. M.n. de dimensies extraversie-introversie en neuroticisme zijn uitvoerig onderzocht. Hypothesen als zouden deze persoonlijkheidsdimensies gerelateerd zijn aan eigenschappen van het zenuwstelsel, zoals b.v. de Engelse psycholoog en psychiater Eysenck en ook wel Russische psychologen en fysiologen veronderstellen, worden nog onvoldoende ondersteund door experimenteel onderzoek.