[Gr.], m., (Griekse oudheid) tot de voeten reikend lang ruim vrouwenkleed, op één schouder met een speld vastgehouden.
De peplos dateert uit de homerische tijd en was bij de Dorische stammen in gebruik tot in de 5e eeuw v.C. Het kledingstuk, geweven uit wol, was een lang gewaad dat werd omgeslagen en op de schouders met spelden vastgezet, zodat de rechter (of linkerzijde) openviel. In de taille werd de peplos opgehouden door een ceintuur; daar, en soms ook nog onder de borsten, werd een extra overslag (kolpos) gemaakt.