o. (-tronen),
1. model, voorbeeld: zij maakte naar dit een leuke jurk; vandaar een naar de vereiste vorm geknipt of te knippen stuk papier (knippatroon); ook van onstoff. zaken: sprookjes, naar Duits patroon bewerkt;
2. decoratieve tekening: het patroon, voorbeeld van het behang, een eenvoudig, een stil, een druk, een ouderwets patroon; ook op voorwerpen in de natuur: de vleugels van de vlinders vertonen zeer verschillende patronen; (fig.) een aantal gerangschikte of gecombineerde gegevens die inzicht geven in een bepaalde situatie: af zet-, prijs-, verbruiks-, cultuur-, leef-, gedragspatroon.