Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Origenes

betekenis & definitie

Grieks kerkvader en theoloog, *ca.l85 Alexandrië, ✝254 Tyros. Origenes studeerde grammatica en filosofie en werd in 203 leraar aan de catechetenschool te Alexandrië, vanwaar hij in 230 verbannen werd.

Hij stichtte een school te Caesarea in Palestina. Origenes schreef talrijke commentaren op bijbelboeken (hij onderscheidde naast de letterlijke betekenis van de bijbeltekst ook een diepere, geestelijke zin, alsmede een typologische zin van het OT); hij bezorgde een kritische uitgave van het OT (de Hexapla). Bovendien verdedigde hij het christendom in verscheidene werken, o.a. op gronden van de oude Griekse filosofen ontleend. Zijn grote werkkracht verschafte hem de bijnaam adamantios (Gr., de man van ijzer of diamant). Bij de vervolging onder keizer Decius onderging hij zware martelingen. Origenes was eeuwenlang de theoloog van de griekse Kerk: hij beheerste met zijn geestelijke bijbelverklaring ook het Westen tijdens de middelleeuwen en de Reformatie.

Van zijn dogmatische werken resteren: Kata Kelson (Lat. Contra Cebum, tegen de aanvallen van Kelsos) en Peri archoon Lat. De principiis; vier boeken, een kerkelijke dogtatiek; bewaard in een Latijnse vertaling van Rufinus. Zijn denken werd sterk beïnvloed door gnosis en platonisme: de christen die ook de gnosis leeft, het denkend verwerken van de geloofsgegevens, staat hoger dan de bezitter van pistis zonder meer, het enkel maar geloven. God is de eeuwige oergrond van alle dingen en schept voortdurend de Zoon (logos), zoals het licht zijn eigen glans. De wereld ontstaat door afval van God, doordat de geschapen geesten van hun vrijheid misbruik maken.

Maar in haar openbaart zich een goddelijk opvoedingsplan, waardoor allen tenslotte verlost en tot God teruggebracht worden (apokatastasb). Onder keizer Iustinianus (527-565) werd de leer van Origenes als ketters veroordeeld. Daardoor zijn vele werken verloren gegaan, die echter in 1941 gedeeltelijk zijn teruggevonden in Toura bij Cairo (Dialoog met Herakleides).

LITT. J.Daniélou, Origène (1948); F.H.Kettler, Der ursprüngliche Sinn der Dogmatik des Origenes (1966); H.Crouzel, Bibliographie critique d’Origène (1971); H.J.Vogt, Das Kirchenverstandnis des Origenes (1974); N.de Lange, Origen and the Jews (1976); P.Nautin, Origène I (1977).

< >