tapijten waarvan de meeste uit het Midden-Oosten afkomstig zijn. De belangrijkste gebieden van herkomst zijn Turkije, Iran (Perzië), Afghanistan, de Kaukasus, Toerkmenië en Toerkestan.
Soms wordt ook Beloetsjistan (West-Pakistan) hiertoe gerekend.Er zijn twee manieren van tapijtknopen: ten westen van de Kaspische Zee wordt de Turkse knoop of ghiordesknoop toegepast (genoemd naar de stad Ghiordes in West-Turkije) en ten oosten ervan gebruikt men de Perzische knoop of sehnaknoop (genoemd naar de Perzische stad Sehna, die bij Hamadan ligt). Met de Turkse knoop worden o.a. Turkse en Kaukasische en de meeste Toerkmeense tapijten vervaardigd. De Perzische knoop wordt toegepast voor o.a. kleden uit Centraal-Perzië en Beloetsjistan. Vroeger werden de knopen om één scheringdraad gelegd. Tegenwoordig legt men ze vaak om twee scheringdraden.
Men spreekt dan van de valse Turkse, resp. valse Perzische knoop. Deze methode spaart veel tijd en materiaal.
De tapijten worden meestal in drie leeftijdsgroepen verdeeld. De antieke tapijten zijn 50–450 jaar oud. Een kenmerk is dat zij niet met chemische middelen zijn gewassen. Tapijten die vóór de 17e–18e eeuw werden vervaardigd zijn zeer zeldzaam. Semi-antieke tapijten zijn 10–50 jaar oud. Kleden uit latere jaren worden modern genoemd.
De kleuren hebben een symbolische betekenis. Wit is de kleur van de rouw, maar ook van de vrede. In Perzische tapijten is blauw eveneens de kleur van de vrede. Groen is de heilige kleur van de islam, symbool voor het leven. Daarom wordt deze tint zelden in Turkse tapijten toegepast en dan nog hoofdzakelijk in gebedskleden die na 1930 werden vervaardigd. Zwart wordt weinig gebruikt omdat dit de kleur van het kwaad, de verwoesting is.
Rood symboliseert de vreugde en wordt veel toegepast. Goud is de tint van de macht. Bruin is de kleur van de aarde en symboliseert de vruchtbaarheid. Hoewel het dessin vaak kenmerkend is voor bepaalde weversfamilies, hebben de tapijten meestal een geometrisch patroon of een bloemmotief. Vooral in Perzië worden de bloemmotieven veel toegepast. In de Turkse kleden komen beide patronen voor.
De Kaukasische en Toerkmeense tapijten hebben meestal een geometrisch dessin. Vaak worden in oriëntaalse tapijten de soms realistische, soms gestileerde afbeeldingen van dieren in het ontwerp opgenomen. Dit is o.a. het geval bij de Perzische jachttapijten. Evenals de kleuren hebben ook de dieren een symbolische betekenis.