(raapte op, heeft opgeraapt),
1. van de grond opnemen: boeken oprapen; men heeft het daar maar voor het oprapen, men vindt het daar in grote overvloed; hij is van de straat opgeraapt, is van lage afkomst;
2.(oneig.) (van denkbeelden, woorden enz.) zich eigen maken: waar heeft hij die nieuwtjes opgeraapt?, hoe komt hij eraan?;
3. gevallen steken oprapen, opnemen.