v./m. (-n), (germ.)
1. het opnemen: aan dat ingezonden stuk is de opname in onze krant geweigerd; het opnemen in een ziekenhuis: de specialist achtte opname noodzakelijk;
2. het opmeten en in kaart brengen: de opname van een terrein;
3. het maken van een fotografische afbeelding van iets; het gemaakte beeld: een paar opnamen van het paleis;
4. het registeren van geluid, grammofoonplaat: wij laten u nu enige opnamen horen.