(lette op, heeft opgelet),
1. acht geven, goed toezien, aandacht hebben voor: een onderwijzer dient zelf goed op te letten, of zijn leerlingen hem met aandacht volgen;
2. zich moeite geven om dat wat men hoort te begrijpen, en in zich op te nemen: als je niet goed oplet, kun je deze som niet maken;
3.(gew.) opletten voor, oppassen voor.