Belg. overheidsbedrijven op het terrein van de kredietverlening. De voornaamste zijn: Algemene Spaar-en Lijfrentekas (ASLK), de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (NMKN), de Nationale Kas voor Beroepskrediet (NKBK), het Gemeentekrediet van België, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet (NILK), het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, de Nationale Landmaatschappij en de Nationale Investeringsmaatschappij.
Deze instellingen werden oorspronkelijk opgericht met het oog op het verlenen van specifieke kredieten, in hoofdzaak aan nijverheids-, handels-of landbouwondernemingen en aan particulieren voor het bouwen van woningen. De financiering van hun verrichtingen berust op het aantrekken van deposito’s en op het plaatsen van obligaties en kasbons bij de particulieren en bij de institutionele beleggers. Hun oprichting werd vooral in de hand gewerkt door de bankhervorming van 1934—35, die een leemte had bewerkstelligd door de afschaffing van de gemengde banken. De werkingsmiddelen van de openbare kredietinstellingen bereiken hetzelfde niveau als die van de banken en de spaarkassen. De grote instellingen (voornamelijk het Gemeentekrediet van België, de NMKN, de ASLK en in mindere mate de NKBK en het NILK) verlenen ca. 63 % van de nationale kredieten. Het Gemeentekrediet van België alleen financiert 60 % van de openbare schuld van de gemeenten. De controle op deze instellingen wordt uitgeoefend door de Raad voor de Openbare Kredietinstellingen, opgericht bij KB van 22.10.1937 (gewijzigd bij KB van 23.
5. 1967).Naast de overheidsbedrijven zijn er ook instellingen van sociale aard (zoals de Nationale Kas voor Bediendenpensioenen) die, zij het bijkomstig, krediet aan de nijverheid verlenen.