Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

neoplatonisme

betekenis & definitie

o., afsluiting van de klassieke Griekse filosofie. Toen tegen het einde van de 2e eeuw v.C. de leiders van de Academie het scepticisme de rug hadden toegekeerd en tevens stoïsche en andere elementen van het Griekse denken in hun filosofie begonnen op te nemen, kwam het platonisme tot nieuw leven.

Religieuze denkers als Filoon van Alexandrië en Ploutarchos van Chaironeia droegen het hunne bij tot de groeiende synthese van al het Grieks filosofisch erfgoed.Ook oosterse, nietGriekse bronnen hebben het neoplatonisme gevoed, al blijft het in wezen een Grieks systeem. De grote denker die deze laatste synthese in aanzet tot stand bracht, is Plotinos.Het centrale leerstuk van het neoplatonisme is de emanatie van alle dingen uit het Ene en de uiteindelijke terugkeer van alles tot het Ene. In deze terugkeer vindt alles zijn voltooiing. Het denkklimaat is religieus, met mystieke en extatische elementen, zodat het neoplatonisme voor allerlei religieuze stromingen een uitdrukkingsmiddel kon worden. Na Plotinos’ dood (270 n.C.) werd het neoplatonisme voortgezet door zijn leerling Porfyrios. Daarna zou men van enkele ‘scholen’ of ‘richtingen’ kunnen spreken:

1. de school van Athene, waar Proklos, Damaskios en Simplikios de leiders werden, totdat keizer Iustinianus in 529 de filosofische scholen te Athene sloot;
2. de Syrische school, gesticht door Iamblichos, een leerling van Porfyrios;
3. de school van Alexandrië, waar Synesios van Kyrene en Nemesios van Emesa (beiden ca.400) de toonaangevende figuren werden.

In de scholen van Athene en Syrië werd het neoplatonisme tot een grondslag van een polytheïstische theologie en was het dan ook veelal antichristelijk. In Athene werd zeer veel aandacht besteed aan commentaren op Platoon en Aristoteles. De Alexandrijnse richting heeft zich vrij spoedig losgemaakt van het veelgodendom en alleen datgene behouden wat een toenadering tot het christendom niet in de weg stond.

Vooral van daaruit is het neoplatonisme aangepast aan de christelijke leer, zodat het eeuwenlang de enige filosofische richting was die in de christelijke wereld invloed had. Zo was de neoplatoonse invloed op de middeleeuwse scholastiek zeer groot, m.n. in de 12e eeuw, waarbij bedacht dient te worden dat toen de emanatiegedachte vervangen was door de christelijke scheppingsleer. De Arabische filosofie stond met Avicenna en Averroës dichter bij het Griekse neoplatonisme.

LITT. T.Whittaker, The neo-platonists (5e dr. 1964); R.T.Wallis, Neoplatonism (1972).