v./m. (-buizen), elektronenbuis die zo ontworpen is dat er twee ingangssignalen kunnen worden aangesloten en dat het uitgangssignaal (anodestroom) aanmerkelijk vervormd is ten opzichte van het somof verschilsignaal van de twee ingangsspanningen.
In de mengbuis worden twee ingangssignalen met frequenties f1 en f2 gecombineerd tot een nieuw signaal met de eigenschap dat voor de frequentie (f3) daarvan geldt: f3 = f1 f2 of f3 = f1 + f2 (resp. verschil-en somfrequentie genoemd). De modulaties van de ingangssignalen worden hierbij aan het uitgangssignaal doorgegeven. Het ontstaan van de frequenties is een gevolg van de niet-lineaire buiskarakteristieken die worden benut. De mengbuis wordt o.a. toegepast om radiosignalen, met behulp van een oscillator die afstembaar is, te transformeren naar een vaste (en meestal lagere, b.v. 500 kHz) frequentie. Het signaal wordt vervolgens door een bandfilter gestuurd. De selectiviteit is daardoor onafhankelijk van de oorspronkelijke frequentie geworden, het nieuwe frequentiegebied wordt het middenfrequentiegebied genoemd. Gewoonlijk bestaat de mengbuis uit een combinatie van pentode en triode in één constructie, daarnaast zijn ook hexoden en heptoden veel toegepast. conversiesteilheid.