[Gr. karyon, kern, kytos, cel], m. (-en), zeer grote cel, gelegen in het beenmerg, een voorstadium van de trombocyt (bloedplaatje).
Megakaryocyten ontstaan door kerndelingen van megakaryoblasten, de voorlopers ervan in het beenmerg, zonder dat er celdelingen plaatsvinden. Er ontstaan aldus cellen met zeer veel kernen (tot 32 toe). Pas daarna neemt de hoeveelheid Cytoplasma toe. De bloedplaatjes ontstaan dan door fragmentatie van het cytoplasma van de megakaryocyt. bloedlichaampje.