[Manilla, Ned. schrijfwijze voor Manila],
I. v./m.,
1. tabakssoort van de Filippijnen;
2. (-s), sigaar van Filippijnse tabakssoort;
II. v./m./o.,
1. manillahennep;
2. (ook: manillatouw, manillatouwwerk), touw of touwwerk gemaakt van manillahennep.
Manilla(hennep) wordt hoofdzakelijk op de Filippijnen in cultuur gebracht; de produktie bedroeg 105000 t in 1970–71, 137000 t in 1975–76. Na kloven van de bladeren worden de vezels eruit getrokken en door mechanisch bewerken van het bladmoes ontdaan. Na hekelen, een kambewerking, worden de crèmekleurige vezels versponnen en eventueel getwijnd tot touw of tot kabels geslagen. Het materiaal wordt voornamelijk gebruikt voor bindtouw, kabels en scheepstrossen.