bn. en bw. (-er, -st).
1. vol luizen;
2. armoedig: die luizige kerel; nietig, armzalig, kaal: een luizige boel;
3. (gemeenz.) geweldig, reusachtig: een luizig feest; het was er vol, verbazend vol;
4. (gew.) vadsig, lui; (ook) vies, vuil.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
bn. en bw. (-er, -st).
1. vol luizen;
2. armoedig: die luizige kerel; nietig, armzalig, kaal: een luizige boel;
3. (gemeenz.) geweldig, reusachtig: een luizig feest; het was er vol, verbazend vol;
4. (gew.) vadsig, lui; (ook) vies, vuil.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: