Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

luisteren

betekenis & definitie

(luisterde, heeft geluisterd).

1. (met aandacht) horen om iets te vernemen, ingesteld zijn om te horen: luister eens, hoor je dat geluid ook?; luister goed naar hetgeen ik u zeggen zal; het oor te luisteren leggen, horen naar wat er gezegd wordt;
2.
tersluiks trachten te horen: aan de deur luisteren; (spr.) die luistert aan de wand, verneemt zijn eigen schand;
3. aandacht schenken aan: hij verdient niet dat er iemand naar hem luistert; naar iets niet willen luisteren, er niet van willen horen; (van dieren) naar een zekere naam luisteren, die naam kennen en erop reageren;
4. gehoorzamen aan, zich richten naar: naar goede raad luisteren; het paard luistert naar de toom; het schip luistert naar het roer, laat zich gemakkelijk sturen;
5. dat luistert nauw, het komt er zeer op aan, het eist precisie.