I. o. (-s),
1. (ook: linnengaren), fijn garen gesponnen uit vlasvezel;
2. weefsel uit of met garen, fijn of dikker, verkregen uit vlas, lijnwaad; Vlaams een stuk linnen; een boek in linnen gebonden;
3. (ook: linnengoed), weefsel dat vroeger van linnen vervaardigd werd: ruw, wit, fijn vuil linnen;
II. bn.,
1. van vlas vervaardigd: linnen garen;
2. met garen uit de bastvezels van vlas of hennep geweven: stoffen, lapjes, ondergoed;
3. vervaardigd van stof: een band (boekband).
Linnen, meestal huishoudtextiel of kledingstof, wordt vervaardigd uit linnen- of werkgaren (linnengaren). Halflinnen weefsels hebben meestal een katoenen ketting en een inslag van linnengaren. Weefsels en breisels bestaande uit een mengsel van vlasvezel met andere vezels komen ook voor, meestal met een benaming waarvan het woord linnen deel uitmaakt. linnenspinnerij.
