Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lijm

betekenis & definitie

m., stof waarmee een verbinding tussen verschillende materialen kan worden bewerkstelligd. Lijm wordt voor een groot aantal doeleinden gebruikt.

Er zijn dan ook zeer veel lijmsoorten ontwikkeld, die op verschillende manieren verwerkt worden.De hechting van lijm werd eertijds verklaard als een mechanische verankering, hetgeen voor poreuze materialen als hout en textielweefsels een plausibele verklaring leek. Later werden echter ook minder poreuze stoffen als glas en metalen gelijmd. Men verklaart de hechting van deze materialen met chemische binding of met intermoleculaire polarisatie-, diffusie- en adsorptiekrachten. De specifieke hechting is waarschijnlijk de resultante van de verschillende krachten.

Bij de verwerking van lijm is van belang dat deze beweeglijk is, zodat hij zich goed kan verdelen over het materiaal. Is de lijm van zichzelf te viskeus, dan wordt hij opgelost of gedispergeerd in een vloeistof of verwerkt boven zijn smeltpunt. Na de verwerking moet de lijm van de viskeuze in de vaste toestand overgaan. Dit noemt men afbinden. Het vindt plaats:

1. bij kleefstofdispersies of -oplossingen door: a. het ontwijken van het dispersie- of oplosmiddel; b. solvatatie van het bindmiddel; c. temperatuurverlaging; d. temperatuurverhoging; e. polymerisatie.
2. Bij lijm zonder oplos- of dispergeermiddel door: a. temperatuurverlaging; b. polymerisatie; c. temperatuurverhoging. Bij verschillende lijmsoorten vindt het af binden plaats doordat meerdere van genoemde processen plaatsvinden.

Men kan lijm onderscheiden naar herkomst en samenstelling, nl. anorganische, dierlijke, plantaardige en synthetische lijm. De synthetische lijm heeft de andere lijmsoorten vrijwel verdrongen.

1.Anorganische lijm bestaat uit oplosbare silicaten; deze zijn zeer goedkoop, onbrandbaar, reukloos, niet giftig en worden in grote hoeveelheden gebruikt voor het maken van materiaal voor verpakkingen (aluminiumfolie, papier of gegolfd karton).
2.Dierlijke lijm bevat eiwitachtige, in water onoplosbare stoffen, de zgn. collagenen of lijmvormers (speciaal de glutine), die met water enige tijd worden gekookt, en in lijm overgaan. Hiertoe behoren beenderlijm, huidof vleeslijm (de ouderwetse houtlijm), alle verkregen uit afval van beenderen, huiden, vis e.d. Zij werden vroeger in de houtindustrie in grote hoeveelheden gebruikt. Het gewone kippeëiwit heeft een grote kleefkracht b.v. voor het plakken van papier op glas.
3.Plantaardige lijm is afkomstig van zetmeel, dextrine, eiwitten, gommen, pectine en harsen. Alle zetmeelsoorten (stijfsel) geven bij koken met water in voldoende concentratie een gelatineuze pap, die als lijm bruikbaar is. Om klonteren te vermijden mengt men de stijfsel met koud water goed aan tot een papje en giet dit onder roeren in kokend water of omgekeerd. Zonder toevoeging van conserveermiddelen gaat hij spoedig schimmelen. Dextrine, verkregen door verhitting van zetmeel, al of niet met zuren, is zeer geschikt als koudlijm, daar geconcentreerde oplossingen ook in de koude vloeibaar blijven. Ook gom is plantaardig.
4.Synthetische lijm. Vrijwel alle kunststoffen en synthetische rubberachtige materialen worden gebruikt als grondstoffen voor het samenstellen van lijm, al of niet in opgeloste vorm. De ontwikkeling van de moderne lijmsoorten heeft het mogelijk gemaakt dat vrijwel alles op alles kan worden gelijmd. De grootste stoot tot ontwikkeling van de lijm, vooral op het gebied van de metaallijm, heeft de vliegtuigbouw gegeven; daarnaast heeft het gebruik van speciale houtlijm, met daarbijbehorende bijzondere lijmtechnieken, in de bouwen meubelindustrieën zeer grote technische en economische voordelen gebracht. Kunstharslijm is een soort synthetische lijm die het grote voordeel van uniformiteit, watervastheid (dit geldt niet voor polyvinylacetaatlijm) en schimmelbestendigheid bezit. Men onderscheidt de volgende kunstharslijmen.
a.Ureumformaldehydelijm behoort tot de kunstharslijmsoort en is een thermohardende lijm: door verwarming of met behulp van een katalysator gaat de lijm over in een niet meer smeltbaar, onoplosbaar produkt. Ureumformaldehydelijm wordt toegepast voor houtconstructies, triplex enz.
b.Melamineharslijm is kwalitatief hoogwaardiger dan ureumformaldehydelijm, vanwege de betere watervastheid en warmtebestendigheid. Melamineharslijm komt in poedervorm in de handel.
c.Fenolformaldehydeharslijm wordt verkregen door condensatie van fenol of kresol met formaldehyde tot een stadium waarin de hars nog oplosbaar is in water of alcohol. Deze lijmsoort wordt gehard bij ca. 135 °C, en munt uit door zijn grote vochtbestendigheid en door zijn weerstand tegen aantasting door schimmels en bacteriën. De verbindingen die tot de fenolformaldehydeharsen behoren zijn kookvast en tropenbestendig. Zij worden veelvuldig toegepast bij de moderne houtveredeling en voor onverdicht gelaagd hout.
d.Resorcinolformaldehydeharslijm munt uit door grote watervastheid en snelle afbinding zonder dat gebruik moet worden gemaakt van agressieve, zure katalysatoren of hoge temperaturen. De lijm is tweedelig; hij bestaat enerzijds uit een voorcondensaat van resorcinol met een ondermaat aan formaldehyde, opgelost in een mengsel van alcohol en water. Het poedervormige hardingsmiddel bestaat uit paraformaldehyde met een vulmiddel. De harding vindt plaats bij normale temperatuur (minimaal 20 °C). Het vochtgehalte van hout kan binnen wijde grenzen schommelen (2—20 %). Toepassing bij scheepsbouw, huizen-, loodsen(kapspanten) en bruggenbouw.
e.Polyvinylacetaatlijm in dispersievorm met een vast stofgehalte van ca. 50 %; wordt in toenemende mate gebruikt (houtbewerking, boekbinden, vloerbedekking). Door toevoeging van weekmakers kan de flexibiliteit worden gevarieerd. Ook mengpolymerisaten van vinylchloride en vinylacetaat worden gebruikt o.a. als dispersie voor het lijmen van zolen in de schoenindustrie. Voor de diverse rubbers: kit.
f.Polyuretanen zijn meestal twee-componentenlijmsoorten, ontstaan door polyadditie uit polyesters met polyisocynanaten. De twee componenten worden kort voor het verwerken vermengd, een overmaat aan polyisocyanaat verhoogt de kleefkracht. Het hechten wordt verbeterd door temperatuurverhoging. Zij vertonen een uitstekende kleefkracht bij poriënvrije oppervlakten (metalen, glas, rubber, leder en hout) en zijn bestendig tegen water, oliën, vetten en vele organische en anorganische reagentia.
g.Epoxyharsen zijn vloeibare of thermoplastische condensatieprodukten van polyfenolen en epichloorhydrine. Zie epoxyhars.

Andere aanduidingen voor lijmsoorten zijn: Zelfklevende lijm is een lijm met momentane, weinig specifieke hechting, die gemakkelijk weer is op te lossen. Deze lijmsoort wordt o.a. gebruikt voor hechtpleisters en zelfklevende etiketten. Contactlijm is lijm waarmee beide te lijmen vlakken worden bestreken. Men laat wat oplosmiddel verdampen, waarna na kortstondig samendrukken een sterke hechting ontstaat. De contactlijm is vooral bestemd voor huishoudelijk gebruik.

LITT. I.Skeist (red.), Handbook of adhesives 91962); F. Abels e.a.. Lijmen van kunststoffen (2 dln. 1975).

< >