m. (-s),
1. iemand die veel van iets houdt: hij is een van paarden, van de jacht; een
van schilderijen; dat laat ik aan de liefhebbers over; een liefhebber van wijn; met betrekking tot iets dat te vergeven of te koop is, een ambt enz.: daar zullen wel liefhebbers voor zijn, wel personen zijn die het graag willen hebben;
2. iemand die verzot is op vrouwen;
3. (gew.) iemand die zich met iets bezighoudt zonder vakman te zijn; amateur, dilettant: voor een liefhebber speelt hij niet kwaad.