[Eng. detect, ontdekken], een methode waarbij men met behulp van een leugendetector de psychofysiologische reacties op bepaalde stimuli meet, teneinde te ontdekken of een individu al dan niet liegt.
De methode van leugendetectie is gebaseerd op de these, dat een aantal functies van het menselijk lichaam, die normaal een nagenoeg regelmatig verloop hebben, bij het bewust uitspreken van een leugen zodanig beïnvloed worden, dat die regelmaat verstoord wordt. Daarbij vergelijkt men de reacties van het individu op ter zake doende stimuli met zijn reacties op niet ter zake doende stimuli. De onregelmatigheden worden door de leugendetector automatisch vastgelegd doordat bepaalde lichaamsdelen (pols, handpalmen, voetzolen enz.) zijn verbonden met het meetapparaat. Gewoonlijk worden de reacties gemeten van: ademhaling, bloedstroom (plethysmografie), hartfrequentie, bloeddruk, huidweerstand. Zowel in de praktijk als bij laboratoriumstudies heeft men geconstateerd dat de huidweerstandsreacties de emoties het beste weerspiegelen en derhalve de gevoeligste metingen mogelijk maken.
De leugendetectie vindt toepassing bij de rechtspraak in de VS, maar wordt in Nederland en België door politie en justitie afgewezen: men beschouwt het als ongeoorloofde pressie tijdens het verhoor, terwijl de bewijskracht nihil geacht wordt. In de VS bedient de veiligheidsdienst zich van de leugendetector bij het verhoor van van spionage verdachte personen.