Engels schrijver, *11.9. 1885 Eastwood (bij Nottingham), ♱2.3.1930 Vence (Alpes Maritimes). Lawrence bezocht de middelbare school en de universiteit te Nottingham.
Hier voorzag hij in zijn onderhoud door les te geven. Van 1908-12 was hij onderwijzer in Croydon. Daar begon hij aan de eerste versies van de romans The white peacock (1911), The trespasser (1912) en Sons and lovers (1913). Door toedoen van zijn jeugdliefde Jessie Chambers verschenen de eerste gedichten van Lawrence in de English Review (1909). Een nieuwe episode in het leven van Lawrence begon na zijn ontmoeting in 1912 met Frieda Weekley (geb. Von Richthofen), met wie hij tijdelijk naar Duitsland uitweek en in 1914 huwde.
Met haar begon Lawrence een leven van zwerven dat zijn reeds uitzonderlijke gave in het weergeven van natuurtaferelen nog verdiepte. Lawrence woonde achtereenvolgens in Italië (1919-21), Ceylon, Australië, New Mexico (1922) en Mexico (1923-35). Na de romans The rainbow (1915) en Women in love (1920—21), die nog in Engeland spelen en waarin de seksuele liefde en de conflicten die eruit voortkomen het centrale thema vormen, publiceerde Lawrence Aarons rod (1922), Kangaroo (1923) en The plumed serpent, die alle verband houden met zijn verblijf in vreemde landen. In 1928 publiceerde Lawrence zijn laatste en bekendste roman, Lady Chatterley’s lover, die pas na een geruchtmakend proces in 1959-60 in Engeland en de VS ongekuist gedrukt mocht worden, maar voordien in andere landen reeds enkele malen was gedrukt en vertaald. Lawrence schreef verder gedichten en korte verhalen, een essay over psychologie en litteraire kritieken. Lawrence was een geniaal kunstenaar die met visionaire kracht een wereld kon scheppen waarin de karakters, zoals Lawrence zelf, als het ware door een vlam worden verteerd.
Hij haatte de industrialisatie en de mechanisering van de maatschappij en had een mystieke verering voor het leven en de natuur.
Werken: romans: The white peacock (1911; herdr. 1977), The trespasser (1912), Sons and lovers (1913; herdr. 1977; verfilmd, 1960), The rainbow (1915; herdr. 1977), Women in love (1921; herdr. 1977; verfilmd 1969), Aaron’s rod (1922; herdr. 1977), Kangaroo (1923; herdr. 1972), The plumed serpent (1926; herdr. 1975), The boy in the bush (1924), Lady Chatterley’s lover (1928; herdr. 1976); ander proza: The prussian officer and other stories (1914; herdr. 1977), Twilight in Italy (1916; herdr. 1976), The lost girl (1920; herdr. 1977), Sea and Sardinia (1921; herdr. 1976), England, my England (1922; herdr. 1977), Studies in classic American literature (1923;herdr. 1976), The princess and other stories (1925; herdr. 1976), Love among the haystacks and other stories (1930; herdr. 1976). Uitgaven: The collected letters of D.H.Lawrence, door H. T.Moore (1962); The complete poems, door V. Pinto, S.Pinto en F.W.Roberts (1964); Phoenix. The posthumous papers
1961), Phoenix II (1968).
LITT. W.Roberts, A bibliogr. of D.H.Lawrence 93); J.Chambers, D.H.Lawrence (2e dr. 1965);T.Moore, The intelligent heart (1965); H.T. Moore en W.Roberts, D.H.Lawrence and his world ; R.P.Draper, The critical heritage (1970); S. Spender (red.), D.H.Lawrence, novelist, poet, prophet (1973); A.Niven, D.H.Lawrence. The novels (1978).
