Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

krakeling

betekenis & definitie

m. (-en), 1. bros koekje in de vorm van een acht, dat onder het eten kraakt; 2. (dierkunde) Diloba caeruleocephala, een vlindersoort behorend tot de uiltjes (e).

(e) De krakeling heeft een fraaie, wittige tekening op de voorvleugels. In de Benelux in het begin van de herfst vrij algemeen. De rupsen zijn gedrongen, groenig wit, met vage, gele rugen zijstrepen en zwarte wratten, en zij hebben een blauwachtige kop. Zij zijn in de lente aan te treffen op allerlei bomen en struiken, waaronder meien sleedoorn, linde.

< >