Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koudetherapie

betekenis & definitie

v., (ook: cryotherapie), toepassing van koude als therapie (lokaal of totaal).

(e) In de chirurgie wordt onderkoeling (hibernatie) toegepast ter onderdrukking van de stofwisselingsprocessen, zodat operaties aan organen die belangrijk zijn voor de zuurstofvoorziening (hart), of die zeer gevoelig zijn voor zuurstoftekort (hersenen) kunnen worden uitgevoerd. Als koudebron wordt meestal ijs of koud water gebruikt. Soms gebruikt men totale ijspakkingen of plaatst men de patiënt in een speciaal gekoelde kamer. Soms wordt ook wel een slang om het lichaams(deel) gewikkeld, waarin ijswater circuleert. Het effect van koude is sterk afhankelijk van de bereikte temperatuur. Zo veroorzaken sterke koudeprikkels op de huid bleekheid, omdat samentrekking van de bloedvaten (vasoconstrictie) optreedt, waardoor de bloedcirculatie sterk wordt onderdrukt.

De vasoconstrictie maakt echter na een korte tijd plaats voor een verlamming van de spieren in de bloedvaatwanden, waardoor sterke verwijding van de bloedvaten optreedt. Een matige koudeprikkel veroorzaakt vernauwing van de bloedvaten, met vermindering van de weefselstofwisseling als gevolg. Koudetherapie wordt weinig toegepast. In aanmerking komen verstuikingen, kneuzingen en acute ontstekingen. In de laatste tijd wordt ijsmassage steeds meer toegepast bij pijnlijke toestanden van de spieren (pijnstillende werking). Koude baden zouden een gunstig effect hebben bij sommige spastische toestanden.