Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koosjer (kosjer, kauscher, kousjer)

betekenis & definitie

[→Hebr., ook kasjer, geschikt], bn.,

1. (bij de joden) van voedsel gezegd: volgens de godsdienstige voorschriften geschikt en bereid, geoorloofd, ritueel (e): — vlees; boter en vlees bij elkaar is niet —; (metonymisch) de koosjere bakker, die ritueel brood bakt enz.;
2. (oneig., met ontkenning) het is niet —, niet pluis, niet in orde, verdacht, niet zuiver.

(e) De term koosjer wordt ook gebruikt voor joodsgodsdienstige handelingen, joods-juridische handelingen, en voor voorwerpen (b.v. gebedsriemen). Het koosjer zijn van levensmiddelen staat onder rabbinaal toezicht.

< >