Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klemkoppeling

betekenis & definitie

v. (-en), vaste koppeling die door klemming twee aseinden gecentreerd koppelt.

(e) De klemkoppeling kent twee typen.

1. De klemkoppeling met bouten bestaat uit twee halve busvormige delen die om de te verbinden assen gelegd worden en door middel van (meestal 8) bouten tegen elkaar worden getrokken. Opdat de klemkracht om de assen groot genoeg zal zijn, wordt de middellijn van de boring iets kleiner genomen dan die van de as. Om er zeker van te zijn dat wringende momenten kunnen worden overgebracht, wordt vaak een spieverbinding toegepast, omdat bij stotende belasting de klemkracht niet even groot blijft.
2. De klemkoppeling met koppelbus bestaat uit een dikke buitenbus met een taps gat (tapsheid 1 : 80) waarin een dunne huls past die met geringe speling over de aseinden schuift. Door een ringvormige groef in de buitenbus wordt olie onder een druk van 5—8,5 N/mm2 (50—85 kgf/cm2) tussen buitenbus en binnenhuis geperst, waardoor de verwijde buitenbus op de oliefilm glijdt en door middel van een montageflens verder over de verkleinde tapse huls wordt getrokken. Na het opheffen van de oliedruk klemt de buitenbus de binnenhuis op de as. Om de klemkoppeling te demonteren gaat men overeenkomstig te werk, waarbij de buitenbus vanzelf terugglijdt en de klemkracht opheft.

Een groot voordeel van klemkoppelingen is de gemakkelijke montage en demontage terwijl bij op deze wijze gekoppelde assen wentellagers gebruikt kunnen worden. Een bezwaar is echter dat de beide aseinden vrij nauwkeurig dezelfde middellijn dienen te hebben. →koppeling.

< >