verdrag van 5.10.1961 (Tractatenblad 1968, nr. 101) voor Nederland in werking getreden op 18.9.1971. Het verdrag heeft betrekking op de bevoegdheden der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen.
In beginsel kan de overheid van de staat waar de minderjarige zijn gewone verblijf heeft, kinderbeschermingsmaatregelen ten aanzien van hem nemen. Het Kinderbeschermingsverdrag is bekrachtigd door de BRD, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Zwitserland. In de betrekkingen tussen deze landen is het oude ➝Voogdijverdrag niet meer van toepassing.