v., (ook: heterosisveredeling), veredelingsmethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van heterosis van een eigenschap.
(e) Bij de hybrideveredeling gaat men uit van twee homozygote individuen, rassen of inteeltlijnen, die voor de gewenste eigenschap goed met elkaar combineren. Deze worden gekruist. Het verkregen zaad heet hybridezaad, het op grote schaal produceren ervan heet hybridezaadteelt. Het hybridezaad levert het hybrideras. Bij kruisbevruchters worden homozygote individuen door inteelt (zelfbevruchting) verkregen, ➝populatiegenetica.
Om zelfbevruchting van moederplanten te voorkomen wordt gebruik gemaakt van handemasculatie (siergewassen, tomaat, tabak) en chemische (gametocidische) emasculatie, cytoplasmatische (maïs, ui, suikerbiet, peen) en genetische (tomaat, paprika) mannelijke steriliteit, en zelf-incompatibiliteit (koolgewassen). Tweehuizige gewassen (spinazie, asperge) kunnen door zelfbevruchting ingeteeld worden. Past men cytoplasmatische mannelijke steriliteit toe dan gebruikt men een zgn. a-lijn (mannelijke steriele ouder), een b-lijn (instandhouder van de a-lijn), een c-lijn (stuifmeeldonor van gewassen, die om hun vegetatieve delen worden geteeld) en een r-lijn (stuifmeeldonor van gewassen, die om hun generatieve delen worden geteeld). Ook in de sierteelt maakt men hybriderassen. Een belangrijke reden is de door middel van mannelijke steriliteit ingebouwde kwekersbescherming tegen nateelt. Het hybride-individu produceert wel bloemen, maar geen zaad. De consument is dan gedwongen nieuw veredeld (hybride)zaad te kopen.