[Eng., treffer, succes], m. (-s), (ook: tophit, schlager), zeer populair muziekstuk uit de lichte sector.
(e) Aanvankelijk was de verkoop van bladmuziek een indicatie van de populariteit van een muziekstuk. Met de opkomst van de grammofoonplaat kwam het zwaartepunt te liggen op de verkoop van een muzikaal werk via de grammofoonplaat. Het accent verschoof van de componist met zijn muziekstuk naar de artiest(en) met zijn (hun) uitvoering. Aan de hand van verkoopcijfers, meestal steekproefsgewijs verkregen bij de detailhandel, worden lijsten samengesteld, die in rangorde de 10, 20 of 100 meest verkochte grammofoonplaten bevatten. Bij publikatie van een dergelijke lijst, liefst op basis van gecontroleerde cijfers, spreekt men van hitparade, een naam die ontleend is aan een Amerikaans televisieprogramma uit de jaren vijftig. De eerste aanzet tot een hitparade waren de lijsten van de in radioprogrammas meest gevraagde platen die in 1942 verschenen in Engeland (New Musical Express) en de VS (Weekly Survey).
Het Amerikaanse vakblad Billboard startte in 1946 als eerste met de wekelijkse publikatie van een lijst die de platenverkoop betrof, en sindsdien heeft het gebruik ervan, zowel in muziektijdschriften, dagen weekbladen, als in radio-uitzendingen, een grote vlucht genomen in de westerse wereld. Door het periodieke karakter van de lijst is het verloop van de verkoop van een bepaalde plaat te volgen en te voorspellen. Wat werd opgezet als verkoopstatistiek voor de handel, deed overigens al snel een eigen invloed gelden toen radioprogrammas en inkoop op de hitparade werden af gestemd. Los van de hitparade wordt door de industrie aan artiesten van wie een plaat na verloop van (onbepaalde) tijd een zeer hoog verkoopcijfer behaalt (meestal 1 mln. exemplaren), een gouden plaat uitgereikt.