Heere, Ned. letterkundige, *9.3.1932 Amsterdam. Heeresma was aanvankelijk typograaf.
Hij debuteerde als dichter met Kinderkamer (1954), maar werd vooral bekend als prozaschrijver. Na de bundel Bevind van zaken (1962) verscheen de kleine roman Een dagje naar het strand (1962), die in het Engels werd vertaald en vervolgens verfilmd. Verder verscheen de allegorie De vis (1963) en de prozabundel Juweeltjes van waterverf (1965). De verloedering van de Swieps (1967) werd verfilmd door Eric Terpstra. In 1968 volgde het verhaal Geef die mok eens door, Jet! Cynisch en persiflerend is het jongensboekachtige Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972). Ook de Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (1973) werden verfilmd.
In Vader vertelt (1974) schreef Heeresma een ironische autobiografie. Mijmeringen naastmn naaimachine (1975) bevat verhalen over de troosteloze relaties van wat oudere vrouwen met mannen. Hij schreef verder de verhalenbundels Waar het fruit valt, valt het nergens (1976) en Enige portretten van een mopperkont (1977).LITT. C.Duyns, in: Schrijversportretten uit de Haagse Post (1975).