Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

heden

betekenis & definitie

I. bw., op deze dag, vandaag (buiten zegsw. alleen in deftige taal): —, de 17e januari; verschijnt; de dag van —, deze dag (ook) evenals — ten dage, bij uitbreiding voor: in de tegenwoordige tijd, thans; evenzo in op —; in verschillende zegsw. om het wisselvallige van dit leven uit te drukken; — verblijden, morgen lijden; — rood, morgen dood; — geëerd, morgen verneerd;

II. zn., o., het heden, de tegenwoordige tijd; het — is morgen al verleden; III. tw., basterdvloek, opzettelijke vervorming van Here: —! wat gebeurt daar?; wel — mijn tijd; — nog toe!