Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gobi

betekenis & definitie

[Mongools, woestijn; Chin.: Han-hai, Droge Zee], steppenen woestijngebied in Centraal-Azië, ruim 2000 km lang, ca. 2 mln. km2. De Gobi ligt voornamelijk in de Mongoolse volksrepubliek en in West-China.

In het algemeen zijn er maar weinig hoogteverschillen. De berguitlopers (m.n. van de Altaj), die niet hoog zijn, verdelen de Gobi in bekkens. De westelijke Gobi heeft een gemiddelde hoogte van 800-1000 m; in de lengtedalen komen diepe depressies voor. Het geheel is een geplooid gebergtestelsel, dat echter door sterke verwering in zijn hoogste delen verbrokkeld en verwoest is. De lagere delen zijn geheel met puin opgevuld; grind-, leemen zandwoestijnen hebben zich hierop ontwikkeld.De oostelijke Gobi is een grote kom, waarvan het midden 1000-1700 m hoog is, de randen liggen hoger. Ook hier wisselen steen-, grind-, leem-, zouten zandwoestijnen elkaar af; door de grotere neerslag komen hier toch meer steppen met lössbodem voor, vooral aan de randen. Grote delen van de oostelijke Gobi zijn lavavelden.

Slechts enkele rivieren dringen de Gobi binnen. Zij verdwijnen meestal in zoutmeren, zoals de Edzingol, die uit de vergletsjerde Nan Sjan komt, in het Gasjioennor. De Hwang-ho stroomt door het zuiden en snijdt het landschap Ordos van de Gobi af. Het klimaat is streng continentaal (gemiddelde wintertemperatuur -8 °C, gemiddelde zomertemperatuur 24 °C, jaarlijkse neerslag 150 mm). In de steppen van de Gobi groeien enige grassoorten, weinig struiken en geen bomen. Door de verdamping is het zoutgehalte van de bodem hoog.

Grotere oasen liggen alleen aan de rand, waar de rivieren uit het gebergte komen. Er loopt een groot aantal karavaanwegen door de Gobi en sinds 1955 de spoorlijn Tsjangkiakon-Oelan Bator, naar de USSR. Vroeger hadden karavanen 14-20 dagen nodig om de woestijn door te trekken.

< >