[Japans], o., oudste nog bestaande bordspel, evenals schaken een denkspel door twee personen gespeeld.
(e) Go was reeds ca.2000 v.C. in China bekend. Het spel, dat in geheel Oost-Azië in hoog aanzien staat, ontwikkelde zich in Japan sedert de 8e eeuw tot het nationale spel bij uitstek (ca. 10 mln. spelers, enkele honderden beroepsspelers). Hoewel go in het laatste kwart van de 19e eeuw ook in Europa bekend werd, kreeg het daar en in de VS pas sinds ca.1930 enige populariteit.
Het spel wordt door twee personen gespeeld met 180 witte en 181 zwarte stenen op een vierkant bord dat loodrecht verdeeld is door 19 horizontale en 19 verticale lijnen (361 snijpunten). Om beurten zetten de spelers een steen op een snijpunt. De bedoeling is door toepassing van een juiste tactiek en strategie een samenhangend geheel van eigen stenen te verkrijgen en gebieden te veroveren. Het aantal onbezette punten binnen de stenenketens en het aantal veroverde stenen bepalen de winst. litt. H.F.Timmermans, Go, het spel der wijzen (1953); M.Clidière, Spellen en spelen (1971); L. Vié, Go, het oudste denkspel (1975).