Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gloeilamp

betekenis & definitie

v./m. (-en), lichtbron waarin een vaste stof (kooldraad, metaaldraad) door elektrische stroomdoorgang op hoge temperatuur wordt gebracht en daardoor licht uitstraalt.

(e) Het gloeilichaam van de gloeilamp is gemonteerd op een glazen ondersteuning waarin ook de stroomtoevoerdraden vacuümdicht zijn versmolten. Deze ondersteuning wordt aan een glazen ballon gesmolten, waarna het geheel vacuüm wordt gepompt, eventueel gevuld met een edelgas, afgesloten en tenslotte voorzien wordt van een lampvoet waaraan de beide stroomtoevoerdraden zijn bevestigd. geschiedenis. Na pogingen met platinagloeidraden volgde in 1854 de eerste succesvolle gloeilamp van de in Amerika woonachtige Duitser Goebel. Hij gebruikte verkoolde katoendraden als gloeilichaam voor een paar lichtbronnen waarmee hij zijn eigen winkel verlichtte. Nadien zijn vele pogingen ondernomen om de nieuwe lichtbron zodanig te vervolmaken, dat aan serieproduktie gedacht kon worden. Daarin is T.A.Edison eigenlijk voor het eerst geslaagd in 1879. Ook hij gebruikte verkoolde stroken of vezels van papier, bamboe of textiel voor het verkrijgen van geschikte kooldraden als gloeilichaam, maar zijn grote verdienste lag in de rationele constructie van de lichtbron in een vorm zoals die nu in wezen ook nog bestaat.

Men heeft al vroeg getracht om metalen te gebruiken met een kleinere verdampingssnelheid dan koolstof, zoals wolfraam, osmium en tantaal. Daarvan is wolfraam het meest geschikte metaal gebleken en in gebruik gebleven. In 1910 slaagde Coolidge erin het wolfraampoeder tot een metaaldraad te verwerken, die zich gemakkelijk in een lamp liet monteren. Door een trekproces kan men draden trekken tot ca. 0,01 mm middellijn, zodat aan de behoefte van alle praktische vermogens en lampspanningen kan worden voldaan. Langmuir vond (1913) dat de verdamping van wolfraam belangrijk kon worden vertraagd door een gasvulling toe te passen. Een verdere verbetering werd verkregen door de eenmaal gewikkelde spiraal nogmaals te spiraliseren (dubbelspiraal).

Lampen met dubbelspiraal werden door Philips in 1933 voor het eerst als massa-artikel op de markt gebracht en de dubbelspiraallamp heeft sindsdien voor de vermogens 40-100 W de enkelspiraallamp vrijwel verdrongen. Gloeilampen zijn verkrijgbaar in vermogens van enkele tienden watt tot enige duizenden watt en in afmetingen variërend van enkele millimeter tot ca. 350 mm.