Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Ginneken

betekenis & definitie

Jacobus Joannes Antonius van, Ned. taalkundige, *21.4.1877 Oudenbosch, †22.10.1945 Nijmegen. Van Ginneken werd jezuïet en studeerde te Leiden.

Hij werd in 1923 hoogleraar Ned. taal en letteren, Indogermaanse taalwetenschap en Sanskriet te Nijmegen. Van Ginneken was een buitengewoon veelzijdig geleerde. Als priester was hij stichter van de religieuze congregatie Gezelschap der Vrouwen van Bethanië en van de Vrouwen van Nazareth. Werken: Principes de linguistique psychologique (diss. 1899), Handboek der Ned. taal (2 dln. 1913-14), De roman van een kleuter (1917), Gebaar-, gelaaten klankexpressie (1919), Ned. dialectstudie (1923), De oorzaken der taalveranderingen (1925), De erfelijkheid der klankwetten (1926), De ontwikkelingsgeschiedenis van de systemen der menselijke taalklanken (1932), Ras en taal (1935), Contribution à la grammaire comparée des langues du Caucase (1938), La reconstruction typologique des langues archaïques de l’humanité (1939), De studie der Ned. streektalen (1943), Drie Waterlandsche dialecten (2 dln. 1954—55).