o. (-s), elk van de. twee achterelkaar op een kust, rivierof kanaaloever geplaatste bakens, die te zamen voor de scheepvaart een merklijn vormen.
(e) Geleidebakens zijn van een overdag onderkenbaar topteken (op Ned. binnenwateren een ruitvormige, rood, wit en blauw geschilderde mand), bij ook ’s nachts bevaren vaarwaters ook van lichten voorzien. Om geleidebakens goed uiteen te kunnen houden, is het achterste hoger dan het voorste. ➝betonning. Op de Belg. wateren zijn geleidebakens zeldzaam. Zij hebben geen uniforme kleuren of vormen.
