Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

gallium

betekenis & definitie

[Gallia, Lat. naam voor Frankrijk], o., chemisch element, symbool Ga.

(e) Gallium, atoomnummer 31, hoort thuis in de 3B-groep van het periodiek systeem. Het komt als eenwaardig ion (b.v. in Ga20 en GaBr), maar gewoonlijk als driewaardig ion voor. In verbindingen die schijnbaar tweewaardig gallium bevatten, vindt men éénen driewaardig gallium naast elkaar: GaCl2 is Ga+1[Ga+3Cl₄]. Isotopen van 63—76; slechts 69 en 71 zijn niet radioactief. Gallium heeft een zilverachtige glans; het krimpt bij overgang in de vloeibare toestand in, evenals bismut en water. Door het lage smeltpunt, het hoge kookpunt en de zeer geringe dampspanning bij hoge temperatuur wordt het gebruikt als vulling van kwartsthermometers tot een temperatuur van 1000 °C. Het wordt tevens toegepast bij de fabricage van halfgeleiders (m.n. de verbinding GaAs), laagsmeltende alliages en transistors. Gallium komt in aanmerking als warmte-overdrachtsvloeistof (koelvloeistof) voor de afvoer van in atoomsplitsingszuilen ontwikkelde warmte. Verder dient het voor de vulling van gasontladingslampen en voor sterk reflecterende spiegels. Alliages, bestaande uit 40—80 % bismut, 20— 60 % tin en 0,5—8 % gallium hebben een uiterst lage uitzettingscoëfficiënt. Het metaal is zeer kostbaar, omdat het alleen in zeer lage concentraties in sommige ertsen als begeleider van zink en lood en in enkele kolensoorten voorkomt.

Het gallium concentreert zich in de vliegstof van de zinkbereiding en in de as van de kolen tot 1 % galliumoxide. Het wordt hieruit geëxtraheerd als chloride. Metalen die als verontreiniging aanwezig zijn, worden met zwavelwaterstof verwijderd. Door een extractie met ether wordt het galliumchloride verzameld waarna het aan een elektrolyse wordt onderworpen.

< >