o. (-niveaus), (ook: fermi-energie), het hoogst bezette energieniveau dat optreedt bij de verdeling van een aantal fermionen over een aantal quantummechanische toestanden, Fermi-Diracstatistiek.
Hierbij wordt aangenomen dat de onderlinge wisselwerking tussen de fermionen verwaarloosd mag worden. Het fermi-niveau speelt een belangrijke rol in de theorie van metalen en halfgeleiders. Zo zijn b.v. twee verschillende met elkaar in contact gebrachte materialen pas in thermisch evenwicht als de fermi-niveaus in beide stoffen even hoog zijn. Met behulp van deze regel kan men vaak de verschijnselen begrijpen die zich voordoen bij het grensvlak. In halfgeleiders ligt het fermi-niveau veelal in de verboden zone tussen de geleidingsband en de valentieband, en wel ongeveer in het midden in zeer zuiver materiaal, dicht bij de geleidingsband wanneer er veel donoren zijn (n-type materiaal) en dicht bij de valentieband wanneer er veel accepteren zijn (p-type materiaal). In thermisch evenwicht ligt aan beide zijden van een p-n-overgang het fermi-niveau even hoog doordat bij het grensvlak een potentiaalsprong optreedt, veroorzaakt door de overgang van een aantal elektronen uit het n-gebied naar het p-gebied.