Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Elk (elke), (divers)

betekenis & definitie

onbep. vn.,

I. zelfst., iedere persoon of zaak,
1. uit een beperkt aantal: elk van hen;
2. in het algemeen, ieder, iedereen: melk is goed voor elk; elk wat wils, voor ieder iets dat naar zijn zin is;

II. bijv., al de personen of zaken van de genoemde soort afzonderlijk beschouwd; aan elk hand een kind; elk overtreding wordt gestraft.