I. bn.,
1. zonder einde, oneindig: de eindeloze ruimte;
2. (schijnbaar) nooit ophoudend, aldoor durend: dat eindeloze vragen, getob;
II. bw.,
1.zonder ophouden, zo dat er geen einde aan komt of schijnt te komen: het duurt eindeloos lang;
2. in de hoogste mate: zij zijn gelukkig;
3. (oneig.) heerlijk, prachtig;
III. zn., v./m., volksnaam voor de zeedistel (Eryngium maritimum) en voor het kruiskruid (Senecio vulgaris).