m. (-s),
1. gemoedelijk voor: duivel, de Boze: loop naar de drommel, daar mag de drommel uit wijs worden; daar speelt de mee, daar begrijp ik niets van; om de niet, zeker niet, in het geheel niet; voor de(n) drommel!, de drommel!, krachtterm;
2. een arme drommel, medelijdende ben. voor een beklagenswaardig persoon.