Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Doublet

betekenis & definitie

Fr. doublé, dubbel], o. (-ten),

1. dubbel exemplaar van iets (in een verzameling, b.v. van postzegels, munten);
2. (taalkunde) dubbelvorm, term voor leenwoorden in dezelfde taal die beide historisch teruggaan op hetzelfde woord: b.v. in het Ned. ambach en ambt, vers en fris, ridder en rij der, in het Eng. frail en fragile, in het Fr. naïf en native;
3. schot waarmee men twee stuks wild treft; worp met dobbelstenen met gelijke ogen voor iedere steen;
4. schelp die uit twee delen bestaat, doosje;
5. (bridge) bod waardoor winst of verlies die de tegenspeler met zijn bod kan behalen, dubbel tellen: een doublet geven, krijgen;
6. verdubbeld energieniveau dat in twee dicht bij elkaar liggende niveaus gesplitst is;
7. vangst van twee vissen met hetzelfde aas;
8. steen die vervaardigd is door twee minderwaardige stenen op elkaar te plakken.

In de natuurkunde wordt het begrip doublet veel gebruikt in de theorie van de spectra. Het verschijnsel van doubletvorming doet zich voor bij de alkali-atomen zoals natrium, waar zich een los gebonden elektron in de buitenste schil bevindt. Het elektron heeft een spin, die zich ten opzichte van de rest van het atoom op twee manieren kan instellen; deze twee toestanden van het atoom hebben niet precies dezelfde energie, maar er treedt een doublet op.