Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Discipel

betekenis & definitie

[Lat. discipulus, leerling, uit de Lat. vert. van het NT, voor het Gr. mathetes], m. (-en, -s), volgeling, leerling, m.n. de leerlingen van Jezus. De term discipelen wordt in engere zin genomen voor de twaalf apostelen, maar ook voor allen die zich bij Jezus aansloten.

Allerlei joodse leraars en Griekse filosofen hadden ook hun discipelen.Zo wordt in het NT ook gesproken van discipelen van de Farizeeën en van Johannes de Doper (Matt. 14,23; Mare.2,18; Joh.1,35). Ook in het gevolg van de Boeddha treft men de discipel aan; in het algemeen ook als leerling van mystieke meesters.

LITT. J.Wach, Meister und Jünger (1925).