Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dadaïsme

betekenis & definitie

[Fr. dada, stokpaardje], o., richting in de 20e-eeuwse beeldende kunst en de litteratuur die alle betrekkingen tussen de gedachte en de uitdrukking ervan wilde opheffen.

Het begin van het dadaïsme ligt in 1916 te Zürich in het Cabaret Voltaire dat het trefpunt van de dadaïsten was. De naam dada werd verkregen door op goed geluk in een woordenboek te prikken. Het dadaïsme was een uiterst revolutionaire, nihilistisch ingestelde beweging die zich internationaal op een aantal terreinen van kunst manifesteerde: litteratuur, beeldende kunst, theater, muziek. De stroming ontstond als protest tegen de destructie van de Eerste Wereldoorlog, tegen de ‘burgerlijke’ cultuur en alle traditionele waarden en normen. Men wilde alle arrogantie van de Europese cultuur en de ‘rommel’ opruimen, om geheel opnieuw te kunnen beginnen. Het dadaïsme streefde naar een soort antikunst: het wees iedere vergeestelijking af en wenste het onbewuste driftleven en de innerlijke chaos in het licht te stellen.

Tot de eerste groepering behoorden o.a. de pacifist Hugo Ball, de dichter Tristan Tzara, de beeldhouwer Hans Arp en de schrijver Richard Huelsenbeck. Zij richtten in 1917 in Zürich een galerie en een tijdschrift op met de naam der Dada.

In de dichtkunst vindt men een poëzie die gevoelsuitdrukkingen weergeeft zonder onderlinge logische samenhang.

Sterk was de werking van het dadaïsme in het ontwrichte Duitsland, o.a. te Berlijn rond G.Grosz, J.Baader en John Heartfield, te Keulen rond Max Ernst en Arp en in Hannover rond Kurt Schwitters. In Parijs lag het zwaartepunt in de litteratuur met o.a. L.Aragon, A.Breton, P.Éluard en P. Soupault. In Nederland propageerde Theo van Doesburg het dadaïsme en in België manifesteerde het zich in het werk van de dichter P.van Ostayen en de schilder P.Joostens. Te New York ontstond al vanaf 1913 een soortgelijke richting door toedoen van de Fransman Marcel Duchamp, de Spanjaard F.Picabia en de Amerikanen W.Arensberg, Man Ray en M.de Zayas.

Nadat Picabia in 1918 naar Zwitserland was gekomen, werkten de twee bewegingen samen. Het dadaïsme heeft grote invloed gehad, ondanks zijn negatieve instelling. M.n. het verzet tegen alle traditionele, esthetische normen heeft in belangrijke mate de weg geëffend voor de moderne, abstracte kunst, niet het minst door het gebruik van tot dan toe versmade vormen en materialen (o.a. collages). In 1924 publiceerde Breton zijn Manifeste du surréalisme, hetgeen het einde van het dadaïsme en het begin van het surrealisme betekende.

LITT. R.Motherwell, The dada painters and poets (1951); C.Hugnet, L’aventure de dada (1957); H. Arp, R.Huelsenbeck en T.Tzara, Die Geburt des Dada (1957); W.Verkauf, Dada, Monogr. einerBewegung (1957); H.Richter, Dada, Kunst und Antikunst (1964); M.Sanouillet, Dada a Paris (1965); cat. tent. Dada, Musée Nat. d’Art Moderne, Parijs (1966-67; met bibl.); M.Prosenc, Die Dadaisten in Zürich (1967); K.Schippers, Holland dada (1974).

< >