Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Compagnie

betekenis & definitie

[Oudfr. compaignon, die samen brood deelt], v. (-en, -s),

1. handelsvereniging, handelof scheepvaartmaatschappij: de Oostindische, de Westindische Compagnie (de eerste kortweg ‘de’ Compagnie)-, Jan Compagnie; bij de bevolking van Oost-Indië was (de) Compagnie (‘kompenie’) de gemeenzame naam voor het Hollandse gouvernement;
2. vennootschap: in handelen met; Muller en C(ompagn)ie, en venno(o)t(en); ook oneig.;
3. kleinste tactische legereenheid die zelfstandig kan optreden bij de onbereden wapens (b.v. infanterie, genie) (e).

Een compagnie omvat ca. 150 man (ca. 250 man in het begin van de 20e eeuw). De afname van de personele sterkte hangt samen met de veranderde bewapening. Tot aan de Eerste Wereldoorlog was een infanteriecompagnie uitsluitend met geweren uitgerust, sedertdien zijn er moderne, krachtiger wapens aan toegevoegd (mortieren, mitrailleurs e.d.). De compagnie kan ook een eenheid zijn, die een administratief of functioneel verband of opleidingsverband aangeeft, b.v. schooldepotcompagnie, staf compagnie. Enkele compagnieën samengevoegd vormen een bataljon. Een compagnie is onderverdeeld in pelotons.