Wat is de betekenis van compagnie?

2023-05-31
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

compagnie

compagnie - Zelfstandignaamwoord 1. (militair) onderdeel van een bataljon, bestaande uit ongeveer 100-150 manschappen onderverdeeld in pelotons De hele compagnie was aangetreden. 2. een gezelschap met commerciële doelstellingen, gewoonlijk met een toegekend monopolie, vennootschap, handels...

Lees verder
2023-05-31
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

compagnie

compagnie - zelfstandig naamwoord uitspraak: com-pan-jie 1. groep van ruim 100 soldaten, met kapitein aan het hoofd ♢ de compagnie rukte op naar het zuiden Zelfstandig naamwoord: com-pan-jie de compagnie ...

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over compagnie?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-31
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

compagnie

(de, -s & -ën) gezelschap: in compagnie - het is daar krot en compagnie, het is daar armoe troef.

Lees verder
2023-05-31
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Compagnie

[Fr.] 1 afk. Cie vennootschap; 2 (mil.) bep. legerafdeling.

Lees verder
2023-05-31
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Compagnie

(kompagnie) deel van een bataljon; vennootschap; handelsvereniging

2023-05-31
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Compagnie

kleinste tactische en administratieve eenheid in het leger, meestal onder bevel staand van een kapitein. Zij is onderverdeeld in pelotons.

2023-05-31
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

COMPAGNIE

(Fr. Kompanije). In Heerenveen en Smallingerland aanduiding voor dorpsgedeelten, die ontstaan zijn door het vergraven van het hoogveen langs de vaarten en wijken: Oudehornster C., Jubbegaaster C., Hoornsterzwaagster C., DrachtsterC. Laatstgenoemde C. is inmiddels een zelfstandig dorp geworden. De naam herinnert aan de compagnieën, dit zijn ond...

Lees verder
2023-05-31
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Compagnie

gezelschap, vereniging; handelsvereniging; afdeling soldaten onder een kapitein, deel van een bataljon

2023-05-31
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Compagnie

gezelschap; genootschap; maatschappij; compagnie; troep [dieren]; la compagnie (de Jésus), de Sociëteit (orde) der Jezuïeten; compagnie d’assurances, verzekeringmaatschappij; de compagnie, samen, gezamenlijk; de bonne compagnie, aangenaam in de omgang, beschaafd; il n’est si bonne compagnie qui ne se quitte (se sé...

Lees verder
2023-05-31
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Compagnie

(Fr.), v. (-ën, -s), 1. (Zuidn.) gezelschap : in compagnie uitgaan; 2. handelsvereniging, handel- of scheepvaartmaatschappij : de Oostindische, de Westindische Compagnie (de eerste kortweg „de” Compagnie); Jan Compagnie; bij de bevolking van Oost-Indië was (de) Compagnie („kompenie”) de gemeenzame naam voor het Ho...

Lees verder
2023-05-31
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Compagnie

(1), kleinste tactische en administratieve eenheid in een leger. Sterkte 60-250 man, verdeeld in 2 pelotons of 3 à 4 sectiën. Commandant is een kapitein;(2) benaming voor vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.

Lees verder
2023-05-31
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

compagnie

v. gezelschap, vereniging; vennootschap; afdeling soldaten onder een kapitein.

Lees verder
2023-05-31
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

COMPAGNIE

was vroeger de kleinste tactische eenheid bij de onbereden wapens, binnen welke de commandant, opvoeder en militaire vormer van zijn ondergeschikten, deze allen persoonlijk kon kennen en met wie hij in de oorlog te velde trok. Met de verspreide gevechtsorde moest het persoonlijk overwicht, dat de kapitein-commandant daardoor in de strijd kon uitoef...

Lees verder
2023-05-31
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

compagnie

v. -s, compagnieën (Fr. 1 vennootschap; 2 mil. onderafdeling v. e. bataljon onder een kapitein; gmz. compie; 3 Z.-N. gezelschap): 1 de Oostindische - 1602—1799; z. Cie.; 2 de - bestaat gewoonlijk uit pl.m. 250 man; 3 Z.-N. in - van.

Lees verder
2023-05-31
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

compagnie

v. gezelschap, vereniging; afdeling soldaten.

2023-05-31
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Compagnie

kleinste tactische en administratieve eenheid v/e leger onder hevel v/e kapitein.

2023-05-31
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Compagnie

Compagnie - ➝Naamlooze Vennootschap; ➝ Noordsche Compagnie; ➝ Oost-Indische Compagnie; ➝ West-Indische Compagnie.

2023-05-31
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

compagnie

tot en met compagnon → kompagnie enz.

2023-05-31
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Compagnie

Compagnie - (Fr.), in het leger de kleinste tactische en administratieve eenheid, welke wordt gecommandeerd door een kapitein. Men kent compagnieën inf., wielrijders, mitrailleurs, vesting-artill. en genie. De sterkte van eene c. wisselt af van 100 tot 250 man. Voor huishoudel. aangelegenheden is de c. in Nederland verdeeld in 2 pelotons, welke doo...

Lees verder
2023-05-31
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Compagnie

[Oudfr. compaignon, die samen brood deelt], v. (-en, -s), 1. handelsvereniging, handelof scheepvaartmaatschappij: de Oostindische, de Westindische Compagnie (de eerste kortweg ‘de’ Compagnie)-, Jan Compagnie; bij de bevolking van Oost-Indië was (de) Compagnie (‘kompenie’) de gemeenzame naam voor het Hollandse gouverneme...

Lees verder