(ook: chromoforen), in de scheikunde karakteristieke atoomgroepen die, wanneer gebonden aan een voldoende groot aantal koolwaterstofradikalen, deze organische stoffen een kleur geven. Voorbeelden van chromofore groepen zijn: ―C=C―, ―N=N―, ―C=O, ―N=O enz.
Deze groepen bezitten onverzadigde bindingen met zwakker gebonden elektronen (ɳ-elektronen) met kleinere excitatie-energieën, zodat de absorptiebanden dientengevolge in het zichtbare gedeelte zijn verschoven.