[Eng.], m. (-es), meerstemmig zangstuk, als amusement in gezelschap (‘glee club’) te zingen.
De catch stamt uit de 16e eeuw en is geschreven op satirische verzen, drinkliedjes, liefdesgedichten, straatliedjes of soldatenliedjes, ballades en spotdichten; soms in contrapuntische vormen als canon en quodlibet, of op volksdanswijzen en in vrijer vormen, al of niet met begeleiding van luit, vedel of virginaal. Beroemde bundels zijn samengesteld door T.Ravenscroft, Pammelia (1609), Deuteromelia (1609), Melismata (1611); J.Hilton, Ayres or fa la’s for three voyces (1627); I.Hilton, Catch that catch can (1652).