Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Buffet

betekenis & definitie

[Fr.], o. (-ten),

1. meubelstuk waarin men tafelgoed en -zilver bergt ;
2. tapkast met toonbank in cafés e.d.; (ook) gelegenheid tot het verstrekken van dranken en eetwaren in dergelijke inrichtingen;
3. het beheer van een buffet als onder 2: het buffet verpachten; wat brengt het op?;
4. koud -, koude maaltijd tijdens een bijeenkomst in plaats van een officieel diner.

Een buffet bestaat uit een benedenkast en een terugspringend bovenkastje, waarin serviesgoed te pronk kon worden gesteld. Het werd in de 16e eeuw, vooral in Bourgondië, ontwikkeld uit het Vlaamse dressoor en bleef in Frankrijk en in de Nederlanden lange tijd het gebruikelijkste bergmeubel.