v., methode om het inwendige van de luchtwegen te bekijken.
In de bronchoscopie gebruikt men een bronchoscoop, die (onder plaatselijke of algehele narcose) via de mond en het strottenhoofd wordt ingebracht. Afwijkingen in de bronchiën kunnen bekeken worden, en voorwerpen die in de luchtweg of de bronchiën zijn geraakt, kunnen worden verwijderd. Voorts kan men met behulp van de bronchoscoop een proefuitsnijding verrichten. Hierbij wordt een klein stukje uit de wand van een verdacht gedeelte van het slijmvlies verwijderd. Na pathologisch-anatomisch weefselonderzoek kan men dan de diagnose kanker stellen of uitsluiten. Bronchoscopie wordt altijd verricht na uitgebreid röntgenonderzoek, zodat men haar gericht kan uitvoeren.