[Fr. brider, optomen] (brideerde, heeft gebrideerd), (koksterm) gevogelte, wild en vis opbinden, panklaar maken.
Bij gevogelte wordt dit gedaan door het vastbinden van poten en vleugels. Bij wild worden soms voor- en achterpoten vastgebonden (‘opzetten’). Vis wordt in bepaalde gevallen met kop en staart aan elkaar gebonden tot een rond gebogen model. De bedoeling van het brideren is het uiterlijk van het op te dienen gerecht fraaier te maken.