brahman, (brahma)2, (persoon) - [Sanskriet], m., aanduiding voor de persoon (zie brahmaan) die over het brahman1 beschikt en het in lichamelijke gestalte is.
Als zodanig is de brahman gerechtigd de veda, die in de vorm van het woord brahman is, te doceren en de vedische riten te verrichten. In het hindoeïsme, d.i. het stadium van religieuze ontwikkeling volgend op de vedische periode in het brahmanisme, is Brahma de Schepper; als god wordt hij weinig vereerd. Hij wordt voorgesteld als ontstaan uit een uit Vishnu’s navel te voorschijn gekomen lotus, vierhoofdig en hij heeft een gans (hamsa) als voertuig. De oorspronkelijke betekenis en etymologie van de brahman zijn zeer omstreden; de meermalen verdedigde samenhang met het Latijnse flamen (een soort priester) is te verwerpen. Het minst onwaarschijnlijk is de door de Indiërs zelf verdedigde samenhang met de wortel brh-, steunen, sterk, solide zijn.
LITT. J. Gonda, Notes on Brahman (1950).